Leiden / Lisse


VRUCHTBARE GRONDEN VOOR GEEST EN BOTANIE


Het mooie Leiden ontwikkelde zich in de Renaissance met de eerste universiteit van Nederland tot een stad waar de wetenschap floreerde. De bijzondere naam voor de omringende geestgronden heeft niets te maken met de briljante geesten in Leiden, maar met het afgeesten. Geestgrond is een cultuurgrond, die men begin 17e eeuw gebruikte voor akkerbouw, tuinbouw en veeteelt. Na de 17e eeuw kwamen de bollen steeds meer in trek, en nu zie je alleen maar bloembollenvelden dicht bij de kust.

In deze Dutch Cuisine route ontdekken we hoe de botanie in Leiden tot trends leidde waar we in de Nederlandse keuken elke dag mee te maken hebben. Hoe avontuurlijke plant hunters gewassen ontdekten die wij dagelijks eten. We herontdekken hoe we in het wild naar culinaire schatten kunnen zoeken. En we leren hoe de geestgronden waardevol zijn voor Nederland. Een route vol met bijzondere historie, monumentale panden, exotische invloeden en verrassende gerechten.

1

Oudste universiteitsstad van Nederland

RENAISSANCE VIBE

Tijdens de periode van renaissance, is de eerste universiteit in Nederland door Willem van Oranje gesticht in Leiden (1575). Dit was geheel passend bij de tijdsgeest, waarin er een sterke behoefte was naar onafhankelijk denken, een grotere afstand van de katholieke kerk en de ontwikkeling en de opkomst van de kunsten in Europa. Ook in de Noordelijke Nederlanden wilden we onze eigen geestelijken opleiden. De keuze voor Leiden, was een geschenk van Willem van Oranje aan de stad na het Leids ontzet, gefinancierd met geconfisqueerde katholieke geestelijke bezittingen. Basis van de universiteit waren de drie hoofdfaculteiten Theologie, Rechten en Medicijnen, in die volgorde van belangrijkheid. Daarnaast werd er les gegeven in onder andere filosofie, letteren, wiskunde en in de zeven vrije kunsten.

De Leidse universiteit geniet veel aanzien door de aanwezigheid van geleerden als Hugo de Groot, Gerard Vossius, Herman Boerhaave, Johan Rudolp Thorbecke (grondlegger Nederlandse grondwet), Matthias de Vries (vader Nederlandse taalkunde) en vele Nobelprijswinnaars: Paul Ehrenfest, Cornelis van Vollenhoven, Heike Kamerlingh Onnes, Hendrik Lorentz, Willem Einthoven. De meest bekende studenten van de Leidse Universiteit zijn de leden van het Nederlandse vorstenhuis: Willem-Alexander, Beatrix en Juliana van Oranje-Nassau.

Wandelen langs de oude universiteitsgebouwen

Academische stadswandeling

Ontdek Academisch Leiden ter voet, onder leiding van een gids. Met deze stadswandeling ligt de nadruk op de oudste universiteit van Nederland. Al wandelend ontdek je de prachtige monumentale gebouwen en de bijzondere verhalen over deze universiteitsstad. Een onderdeel van de wandeling is het Academiegebouw, het oudste gebouw van de universiteit.

Bekijk

Botanisch juweel

OUDSTE HORTUS VAN NEDERLAND

Met de komst van de eerste universiteit in Leiden, is ook de eerste botanische tuin gesticht. De meest beroemde botanicus van die tijd, Carolus Clusius, had supervisie over de aanleg van de tuin. Een apotheker, Dirck Outgaertszoon Cluyt, had de dagelijkse leiding. In 1590 was deze tuin bij uitstek bedoeld om van te leren tijdens de studie medicijnen. Door de invloed van Clusius en andere ‘plant hunters’ zijn de voor ons alledaagse groenten op ons bord gekomen.

De huid van een meermin
In de zgn. Hortus Medicus kweekte men medicinale en giftige planten voor de medische studenten, in navolging van Pisa, Padua, Florence, Bologna en Leipzig. Daarnaast werden exotische planten verzameld, vanuit botanisch-wetenschappelijke redenen. Alle eigenaardigheden uit de natuur spraken zeer tot de verbeelding. Daarom werd in 1599 een wandelgalerij aan de tuin gebouwd voor de winteropslag van tropische planten, ook als een soort museum met landkaarten van verre oorden en vreemde diersoorten, zoals de huid van een meermin, een veer van de vogel phoenix en een poot van de vogel gryph.

Clusius- plant hunter avant la lettre
Het was gebruikelijk in de Renaissance om studiereizen te maken, en daarom begeleide Clusius adellijke en welgestelde jongeren in ‘plant hunting avant le lettre’: met zijn studenten zochten ze en bestudeerden ze planten in Engeland, Frankrijk, Spanje en Portugal. In 1573 legde Clusius een medicinale kruidentuin aan in Wenen, voor Keizer Maximiliaan II. Tijdens dit verblijf verzamelde hij zeldzame en exotische gewassen, waaronder bolgewassen uit Turkije. Via de gezanten van de keizer aan het hof van de Sultan in Istanboel, kreeg Clusius tulpen, hyacinten, keizerskronen en narcissen. Toen hij in 1593 de baan in Leiden aan de Hortus kreeg, arriveerde hij met zijn fantastische plantencollectie. Hij kon toen niet bevroeden dat een eeuw later de tulp zo belangrijk zou worden.

Exotische drank voor welgestelden

THEE ALS CURIOSA

De plantenverzamelaars ontdekten begin 17e eeuw ook de ons zo bekende theeplant, de Camelia sinensis. De eerste vracht thee kwam hier in 1610 aan. Zoals we de planten in die tijd analyseerden, deden we dat ook bij thee. Vooral artsen waren geïnteresseerd en zagen het als wondermiddel tegen allerlei kwaaltjes. De theeblaadjes werden als curiosa opgenomen in de verzameling van de Leidse universiteit, Von Siebold nam in 1826 de eerste levende theeplanten mee van Japan naar Java waar onze theeplantages werden opgericht. Al in 1827-1828 maakte de Rotterdammer Jacob Jacobson zijn eerste trip naar China om er theeplanten te zoeken en in 1832-1833 ging hij voor de zesde en laatste maal. Reden daarvoor was dat de Chinese regering hem doorhad en een prijs op zijn hoofd hadden gezet.

Avonturiers waar Indiana Jones bij verbleekt

PLANT HUNTERS

Plant hunters, verzamelaars, waren echte avonturiers. Zij gingen op zoek naar bijzondere planten in de uithoeken van de wereld, zonder beschikking te hebben over auto’s en vliegtuigen. In afgelegen gebieden met onbekende ziektes en levensbedreigende situaties, riskeerden ze hun leven om die bijzondere planten te verzamelen. Zo kregen sommige verzamelaars malaria of werden anderen aangevallen door wilde dieren. Diverse Nederlandse plant hunters hebben de gehele wereld afgezocht naast thee(planten) op zoek naar koffie, kinine en rubber.

Philipp Franz von Siebold was zo’n avontuurlijke ‘plant hunter’. Hij vertrok maar al te graag naar Nederlands Indië toen hij de kans kreeg. Dankzij Von Siebold kreeg de westerse wereld inzicht in het mystieke en voor de wereld afgesloten Japan. Hollandse handelaren woonden daar op een afgezonderd eilandje, Deshima. Na zijn aankomst in 1823 werd Deshima het centrum van uitwisseling van oosterse en westerse medische kennis. Als arts kreeg Von Siebold een grote naam in Japan. Naast planten, verzamelde hij ook mineralen, dieren, vogels en Japanse artikelen.
Hij vestigde zich in Leiden, vanwege de Hortus, opende een Japans museum en kweekte de planten op in de tuin. In 1845 kocht hij een stuk grond in Leiderdorp waar hij met kassen en kweekbedden experimenteerde met zijn meegebrachte planten. De hortensia, camelia, wisteria, Japanse anemoon en nog vele andere planten- en bloemensoorten zijn zo in de Nederlandse tuin geïntroduceerd.

Van moestuin tot succesvol exportproduct

DE KEUKENHOF

De voormalige moestuin van Jacoba van Beieren, werd in 1772 voor een deel verkocht aan Baron Du Tour van Zandvliet, het deel van de bollenexpositie. Hij legde hier een Engelse tuin aan, in 1854 uitgebreid met grote vijvers en bospartijen. Het huidige expositieterrein is het centrale deel in deze aanleg. Vanaf 1949 is dit terrein eigendom van Stichting Keukenhof, en worden er 6 miljoen bollen geplant.

Tulpenmania:
De eerste tulpen stonden in de Hortus Botanicus in Leiden, als studieobject. Bezoekers mochten er alleen naar kijken. Na een inbraak in de Hortus Botanicus verspreidde de tulp zich echter snel over Nederland. De handel in tulpen was begonnen. Vooral de aandelen in de bol werd verhandeld, en op het hoogtepunt leverde een stuk papier (niet eens de bol zelf) net zoveel op als een grachtenpand. De belangstelling voor de tulp is nooit meer weggegaan.

Tulpen op het menu
Tulpenbollen zijn ook goed te eten. De smaak is verfijnd en een beetje tussen aardappelen, topinamboers en artisjokken in. Meesterkok en Dutch Cuisine ambassadeur Angelique Schmeink heeft tulpenbollen geserveerd in 2012 voor gasten bij de opening van de maand van de geschiedenis in het Arnhemse openluchtmuseum. En ook Kesbeke, een Amsterdams bedrijf in tafelzuren, heeft samen met Dutch Cuisine ambassadeur Jonnie Boer wilde tulpenbollen op zuur gezet.

Van moestuin tot succesvol exportproduct

Landgoed en Kasteel Keukenhof

Ontdek tussen de bollen het landgoed Keukenhof. Landschapsarchitect van Gessel heeft het landgoed opnieuw ingericht met het oorspronkelijke ontwerp van Zocher als uitgangspunt.

Bekijk

Gulle gronden voor akkerbouw, tuinbouw en veeteelt

GEESTGRONDEN

Rondom Leiden liggen vele geestgronden, zoals bij Lisse, in de kuststrook van Nederland. Een geestgrond is een cultuurgrond. In 1604 werd dit gehele terrein afgegraven, ‘afgegeest’, om er landbouwgrond van te maken. Geestgronden zijn leemarme, kalkrijke, zandige gronden met weinig verschil in grondwaterstanden. Door het bos te kappen, de duinen vlak te maken en het zand af te graven, kwam het grondwater dicht genoeg bij de gewassen. In het begin van de 17e eeuw gebruikte men deze gronden voor akkerbouw, tuinbouw en veeteelt. Na de 17e eeuw kwamen de bollen steeds meer in trek, en nu zie je alleen maar bloembollenvelden dicht bij de kust.
Lisse is vooral bekend vanwege de Keukenhof en de kleurrijke bollenvelden in die streek. In de middeleeuwen was het terrein van de Keukenhof inclusief het Landgoed de Keukenhof, het Keukenduin (de moestuin) van het Slot Teylingen. Hier verbleef Jacoba van Beieren aan het eind van haar leven, eerste helft van de 15de eeuw. In de Gouden Eeuw werd een tuin aangelegd volgens de mode van die tijd, met mathematische principes en ordening: een rechte toegangslaan, singels rondom het terrein en boomgaarden. Ook werd de tuin met tuinbeelden gedecoreerd. Hiermee werd het Keukenduin een echt Keukenhof.

De bollen in de geestgronden zijn belangrijk geweest voor de ontwikkeling van deze streek. Anno nu is de tulp nog steeds een erg belangrijk exportproduct: 70% van de bollen wordt geëxporteerd.

Onderdeel van duurzaam leven

PLANT HUNTING ANNO NU

Planten verzamelen, zoals Von Siebold dat deed, is vandaag de dag weer zeer in trek. Mensen trekken graag de natuur in om te gaan zoeken naar eetbare kruiden en groenten. Het past binnen de trend van zelfvoorzienend zijn: eten uit je een eigen moestuin. Nu gaat het niet zozeer om het bestuderen van de botanische kwaliteiten, maar om meer duurzaam te leven: lokaal, zonder bestrijdingsmiddelen maar met een hoge kwaliteit en (voedings)waarde. Je oogst direct van je eigen land en dat heeft vele voordelen voor het milieu. Bovendien is het ook veel lekkerder. Als je ooit een aardbei, nog warm van de zon, zo vers van je tuin in je mond hebt geproefd, wil je niets anders meer.

Naast het zelf verbouwen, in de stad of buiten de stad, gaan ook steeds meer mensen in het wild op zoek naar eetbare kruiden. Er is veel te vinden: uiteraard genoeg brandnetels en paardenbloemen, maar ook weegbree, daslook, vlierbloesem, vogelmuur, meidoorn, watermunt, teunisbloem, zevenblad en nog veel meer. Het spreekt zeer tot de verbeelding en het is een feest op je bord!

Zoek je eigen eetbare kruiden

Wandeling Cronesteyn

Het park Cronesteyn in Leiden is een mooi groot park om op zoek te gaan naar eetbare kruiden. Midden in het park ligt ‘De tuin van de Smid’. Dit theehuis werkt met zoveel mogelijk biologische producten, ook uit de polders rondom Leiden. Vanuit deze plek kun je op zoek gaan naar eetbare kruiden in het park. Als je meer begeleiding wilt, de tuin van de Smid organiseert veel workshops, zoals paddenstoelentochten, deze zijn op de website te zien.

Bekijk

Hutspot, haring en wittebrood

LEIDS ONTZET

Leiden is vier maanden bezet geweest door de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648). Een uitgehongerde bevolking werd door de Watergeuzen bevrijd in de nacht van 2 op 3 oktober 1574. De Watergeuzen namen haring en wittebrood mee. Hutspot werd gevonden in het verlaten legerkamp van de Spanjaarden door het weeskindje Cornelis Joppenzoon.

Sinds die tijd eten Leienaren op 3 oktober, tijdens Leids Ontzet, deze traditionele gerechten: hutspot, haring en wittebrood.

Overigens is de hutspot van vandaag niet het originele recept. In het originele recept werd pastinaak, wortel, uien en vlees gebruik. Pas toen de aardappel in de 19e eeuw populairder werd in Nederland, werd de pastinaak vervangen door aardappel.

Sinds 1574 verzorgt de gemeente de viering van het Leids ontzet. Op 13 mei 1886 werd de 3 October Vereeniging Leiden opgericht. Deze vereniging organiseert sindsdien elk jaar de viering van het Leids Ontzet en nam deze taak over van de gemeente. Er vinden verschillende activiteiten en festiviteiten plaats en ieder jaar wordt in de ochtend van 3 oktober hutspot met haring en wittebrood uitgedeeld, net zoals in 1574.

Ontdek de prachtige zeventiende-eeuwse binnenstad van Leiden.

Stadswandeling Leiden

De gemeente Leiden/ VVV heeft veel bijzondere wandelroutes uitgezet, die je leiden langs de bijzondere straatjes van Leiden. Bijzondere wandelingen langs hofjes, singels en historische plekjes. Er zijn wandelingen die je zelfstandig kunt doen, maar er zijn ook veel begeleide wandelingen.

Bekijk

Grootste marktplaats voor bloemen en planten ter wereld

BLOEMENVEILING AALSMEER

December 1911 bundelden de kwekers in Aalsmeer hun krachten en stichtten de veiling Bloemenlust. In Café Welkom werd de veiling van exportbloemen gedaan. Een jaar later werd de Centrale Aalsmeerse Veiling opgericht. In café de Drie Kolommen kwamen de eerste bloemen onder de klok. Beide veilingen groeiden, in 1918 was de jaaromzet al 1 miljoen gulden. De bloemen- en plantenexport bleef explosief groeien. In 1968 fuseerden de twee veilingen tot Bloemenveiling Aalsmeer. In 1972 werd een nieuw veilingcomplex van 9 hectare aan de Legmeerdijk in gebruik genomen. Daarna volgde uitbreiding op uitbreiding. Met een afmeting van 740 bij 700 meter is het veilinggebouw in Aalsmeer naar vloeroppervlak het grootste gebouw van Europa, tot 2008 het grootste gebouw van de wereld.

De organisatie is de grootste bloemenveiling ter wereld en verzorgt ruim 90% van de Nederlandse handel in die producten. Het bedrijf heeft vijf locaties, 38 veilingklokken, een landelijk bemiddelingsbureau en 3050 medewerkers, het is actief in binnen- en buitenland. De exportveilingen zijn gevestigd in Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg en er is een veiling voor de binnenlandse markt in Eelde. De organisatie is een coöperatie en is dan ook eigendom van de leden/kwekers. Royal FloraHolland werkt zonder winstoogmerk en brengt vraag en aanbod samen.

Oud-Poelgeest Boerhaave’s woning

VAN OEGSTGEEST NAAR HAARLEM

Oud-Poelgeest ligt ook op een geestgrond, deze grond is in cultuur gebracht in de 14e eeuw, er werd toen een versterkt hof gebouwd. In de 17e eeuw stond hier een sober classicistisch huis, maar het werd pas interessant toen de beroemde professor Herman Boerhaave hier in 1724 kwam wonen. Deze arts en hoogleraar in de geneeskunde en botanie heeft door zijn vele internationale contacten de Hortus in Leiden verrijkt, zodat het een belangrijk centrum voor botanische studies werd. In 1710 waren er 3700 plantensoorten in de Leidse Hortus, in 1728 waren dat er 7500, dankzij Boerhaave.

Oud-Poelgeest is bijzonder omdat Boerhaave daar het eerste arboretum van Nederland aanlegde, passend bij de (exotische) verzamelwoede van die tijd. Er zijn nog een paar fraaie bomen te zien. Het landgoed is eind 19e eeuw door de bekende Nederlandse landschapsarchitect Zocher ontworpen in landschappelijke stijl.

Vanuit Oud-Poelgeest van Voorhout naar Haarlem rijd je zo op de route van het bloemencorso dat ééns per jaar onder miljoenenpubliek gereden wordt om de lente te vieren. Dit bloemencorso is aan het einde van Tweede Wereldoorlog opgezet toen er behoefte was aan feesten en gezelligheid.

To Top